-
Dutchbook huiswerk:👍
Boek. Pagina 120
Opdracht 2
Plaats jouw antwoorden hieronder:-
1. Jij moet vanavond met hem thuis over zijn kamer praten.
2. Ik zal vandaag met mijn collega’s over de takenlijst praten.
3. Jullie willen morgen met hem in de park ontmoeten.
4. Ik zal in het weekend met mijn vriend bij de winkel gaan.
5. Zij wil in het weekend met haar vrienden in de meer zwemmen.
6. Wij zullen morgen met jou thuis over het h…Read More -
1. Ik wil vandaag met jou op het kantoor praten
2. Ik wil vanavond met hem thuis een film kijken
3. We willen volgende week met haar naar een park gaan
4. Hij kan morgen met jullie een afspraak maken
5. Zij wilt op donderdag met haar kind een appeltaart maken
6. We zullen tijdens het weekend met onze kinderen thuis spelen
7. Jullie zullen nu op…Read More -
1. Wij zullen morgen met jou op het market boodschappen doen.
2. Jullie zullen om 9 uur op school met jouw vrienden drama kijken.
3. Ik zal vandaag met haar thuis huiswerk maken.
4. Hij zal vanavond met haar in de party foto maken.
5. Wij zullen vanavond op de bioscoop met mij film kijken.
6. We willen avond voor jouw bij de supermarket een taart…Read More -
1. Ik zal vanavond met haar in de bioscoop een nieuwe film kijken.
2. Hij mag morgen met haar naar kantoor met de auto rijden.
3. Hij wil morgenavond met haar tijdens het gala wals dansen.
4. Wij zullen volgend weekend met jullie in het centrum koffie drinken.
5. Ik moet dit week met u op kantoor over mijn functioneringsgesprek praten.
6. Zij…Read More -
1. Hij moet vanavond met haar op school een afspraak maken.
2. Ik wil om 6 uur naar station met hem gaan.
3. Wij kunnen in het weekend in de stad met jullie de film kijken.
4. Ik zal vandaag met jullie in mijn huis het huiswerk maken.
5. Ze wil op donderdag in het bos met hem wandelen.
6. Jullie moeten in drie dagen met mij over de opdracht…Read More -
1. Wij zullen vanavond in het concert met haar muziek luisteren.
2. Ik wil deze zomer met je naar Italië reizen.
3. Ik kan morgen thuis met haar huiswerk maken.
4. Wij zullen deze vrijdag in het restaurant met hun hamburger eten.
5. Ik mag vanavond thuis voor hen diner bereiden.
6. We kunnen volgende week in de bibliotheek met hun een boek…Read More -
1. Ik zal met hem naar de radio luisteren.
2. Je moet morgen met mij over het film praten.
3. Hij zal om 3 uur op het kantoor met jour thee drinken.
4. Wij kunnen op zaterdag met haar ouders in het park zitten.
5. Zij moet vandaag met jou naar het treinstation gaan.
6. Ik wil morgen met jou in de bioscoop een film kijken. -
1. Ik zal morgen met mijn vriend naar het centrum gaan
2. Ik wil volgende maand met een vriend naar Turkije op bezoek gaan
3. Ik moet vandaag met mijn hond spelen
4. Hij wil morgen met mij dansen
5. We zullen vanavond thuis over een film praten.
6. Ik zal morgen met haar een film kijken.
7. We kunnen vandaag thuis naar muziek luisteren
8. Zij wil…Read More -
1. Ik wil vandaag met haar in de winkel het jurk kopen.
2. Wij moeten straks met hem bij de apotheek de medicijnen bestellen.
3. U kunt `s middags met mij naar de winkel om een CD te kopen.
4. Ik ga vandaag met mijn moeder naar Amsterdam om te winkelen.
5. Wij gaan morgen in Den Bosch met een vriend Italiaans eten.
6. Jullie gaan straks met vader…Read More -
Recept C
1. Ik zal morgen met jou bij de gemeente een afspraak maken.
2. Hij wil vanavond met haar thuis het huiswerk maken.
3. Jij wilt om 3 uur met mij bij park met bal spelen.
4. Ik zal vanavond met mijn moeder thuis een taart bakken.
5. Zij wil morgen met haar vriend bij de winkel jurken kopen.
Recept D
6. Hij kan vandaag op kantoor met zijn…Read More -
1. Je moet morgen haar op school met haar middageten meenemen.
2. Ik moet vanavond ze thuis bellen.
3. Hij wil ‘s middags haar op kantoor met haar documentatie helpen.
4. Ik moet nu hem in het park vinden.
5. Je moet om 6 uur mij naar werk met de auto rijden.
6. We zullen morgen ze naar het feestje hun wijn brengen.
7. Ze wil morgen je in de b…Read More-
1..ze vanavond thuis bellen (<< ze= one word defined entity/beWAT, so use early in the sentence)
4. hem nu (better, see 1)
5. mij om 6 uur met de auto naar het werk rijden
6..zullen ze morgen voor het feestje hun wijn brengen (no "naar" required)
7..je morgen (see 1)
8..met je naar de stad gaan ..(< ?
-
-
1. Ik kan morgen met jullie in het centrum winkelen doen.
2. Jij kan vanavond met hem naar de effenaar om op 80s muziek te dansen.
3. U zult vanochtend op de vliegschool met hen om vliegen te leren.
4. Hij heeft vanmiddag thuis met zijn doctor een vaccinatie ontvangen.
5. Zij heeft op 12 uur met jullie bij de gemeente een afspraak.
6. Wij zullen…Read More -
1. Ik wil morgen met jou op school over het boek praten.
2. Zij wil vanavond met haar man thuis lasagna maken.
3. Ik zal vandaag met jou bij de supermarkt groenten kopen.
4. Ik wil vandaag met mijn vriend thuis mijn huiswerk maken.
5. Ik zal deze week met mijn instructeur thuis de piano oefenen.
6. Hij wil morgen met zijn vriend bij de bibliothek…Read More -
1. Ik moet morgen met jou thuis naar mijn vader bellen.
2. Wij moeten vandaag met hem in de universiteit over de brief praten.
3. Zij zal vanavond de boeken in de bibliotheek bij bol.com bestellen.
4. Hij zal morgen bij de bank voor zijn studie betalen.
5. Ik zal vanavond met jou in de school dansen.
6. Ik moet dit jaar met andere studenten aan…Read More -
1. Ik kan volgende maand met jou in Parijs een vakantie nemen. (C)
2. Hij moet vanavond met hen bij de gemeente een afspraak maken. (C)
3. Zij wil nu met haar kind in de tuin bomen planten. (C)
4. Wij willen overmorgen met jullie in de bioscoop een film kijken. (C)
5. Ik moet dit jaar met jullie bij ASML full-time werken. (C)
6. Wij zullen dit…Read More -
C
1. Ik kan om 8 uur met jou in de bibliotheek het huiswerk maken.
2. Wij willen s’ middags met jou op school voor het examen oefenen.
3. Zij wil ’s avonds voor mij in de keuken een taart bakken.
4. Zij wilt vanavond mij thuis bij mijn oma logeren.
5. Ik zal overmorgen jou op school met jouw huiswerk helpen.
D
6. Jij moet ’s ochtends bij de winke…Read More -
Recept C:
1. Ik wil op vrijdag voor jou in Eindhoven een boek lenen.
2. Jij gaat in september met jouw moeder in Amsterdam een concert bezoeken.
3. Wij moeten morgen met jullie thuis over ons tuin praten.
4. Hij kan om 8 uur zij in de buurt met zijn auto niet ophalen.
5. Zij zullen vanavond aan hem onder een boom een belofte geven.
6. Zij kan nu…Read More -
Recept C:
1. Ik zal op vrijdag met jou thuis Nederlands oefenen.
2. Wij kunnen morgen met hen naar Frankrijk reizen.
3. Ik wil deze maand met jou thuis dansen leren.
4. Hij wil volgende week met haar naar België verhuizen.
5. Zij zal morgen voor hem thuis een chocolade taart baken.
Recept D:
1. Ik zal op vrijdag thuis met jou Nederlands…Read More -
1. Ik wil nu met haar in de bioscoop een film kijken.
2. Wij willen morgen met jou in de nieuwe restaurant pasta eten.
3. Ik moet morgen met jullie in de marktplaats mijn auto verkopen.
4. Wij willen vanavond met jou in de woonkamer een bordspel spelen.
5.Ik moet om 3 uur met haar in de farmacie pijnstillers kopen.6. Ik wil morgen op de…Read More
-
Recept C:
1. Je wil nu met hem op school over een afspraak spreken.
2. We mogen vandaag haar thuis met een feestje verrassen.
3. Zij wil ’s avonds aan hem in de bioscoop een knuffel geven.
4. Ik wil binnenkort met hen in de dierentuin een panda zien.
5. Hij wil nu met ons op universiteit een cursus volgen.
Recept D:
6. Zij wil vanavond thuis v…Read More -
Recept C:
Ik wil soms met jou bij het theater een toneelstuk zien.
Wij kunnen morgen met jullie bij de ziekenhuis een afspraak maken.
Hij gaat vanavond met jou bij de bar een paar drankjes drenken.
Zij wil soms met ons in het Nederlands over iets praten.
Joep moet op zondag met jou bij de kerk over God praten.
Ik ga deze middag met mijn vriendin…Read More -
Recept C
1. Ik wil morgen met jou bij mijn thuis pasta eten.
2. Hij ligt vandaag bij mij op bed.
3. Zij werkt morgen met mij in het kantoor.
3. Pieter zegt vandaag hem in het klaslokaal over het boek praten
4. Jullie kunnen om 8 uur met haar op school over haar cijfers praten.
5. Ik zit morgen met jou in de bus naar Amsterdam gaan.Recept D
6.…Read More
-
1. Ik moet morgen voor haar op kantoor koffie brengen.
2. Zij wil om 3 uur met mij in Primark kleding kopen.
3. Wij kunnen vanavond met jullie in de bar een biertje drinken.
4. Zij willen morgen ons naar de bioscoop gaan.
5. Ik wil in het weekend voor hem een feest organiseren.
6. Jij moet nu met hem naar het ziekenhuis gaan.
Recept D
1. Wij…Read More -
Recept C
1. Hij gaat vanavond met haar in het café het recept maken.
2. Wij willen vandaag met jou in theater film kijken.
3. Ik neem morgen voor jou thuis jouw foto nemen.
4. Je hebt om 5 uur met mij op school.een afspraak maken.
5. Ze zeggen morgen hem op school met de auto wachten.Recept D
1. Hij gaat vanavond in het café met haar het r…Read More -
Recept C
1. Ik kan vrijdag met jou in de kantine met haar collega een maaltijd eten.
2. Hij wilt volgend jaar met haar vrienden op vakantie gaan.
3. Ik kan morgen met haar naar de kapsalon gaan om over haar haar te praten.
4. Ik zal vanavond met jou in de keuken een taart bakken.
5. Ik moet morgen met jou op het kantoor een afspraak maken.
Recept…Read More -
C
1 Ik wil morgen met jou in de bioscop een film kijken.
2 Hij wil vandaag met jullie tuis over hem baan praten.
3 Zij zal deze week met haar kinderende naar het bibliothek boeken overhandingen.
4 We willen volgende maand met onze docent in een bar een beertje drinken.
5 Ik zal morgen met jullie op kantor een vergadering organiseren.D
6 Jullie…Read More -
1. Ik zal vanavond met haar thuis over dit spreken
2. Hij wil morgen met hem haar auto repareren
3. Wij zullen om vrijdag met hun op school voetbal spelen
4. Jij zult om 3 uur hen in kamer 4 presentatie te geven
5. Ik moet vanavond met haar op school ons huiswerk afmaken
6. Zij zal morgen met mij op kantoor over haar situatie praten
7. Hij zal om…Read More -
Recept C
1. Ik wil om 7 uur met hem in de vergadering over het probleem ruzie maken.
2. Anna zal donderdag met ons in het café onze financies bespreken.
3. Gerald moet vanavond bij haar thuis middag eten.
4. Ik probeer van jou in de ochtend in mij thuis over jouw boek denken.
5. We moeten om 12 uur met haar thuis over haar man praten.
6. Ik zal…Read More-
(1. ruziemaken)
2. financiën
3. “vanavond” and “middag” do not match >> just “eten”
4. why “van jou” ?
>> …in de ochtend bi mij thuis over jouw boek te denken.D
1. minus “in het huis”
3..kan jou morgen met de auto naar het ziekenhuis brengen.
4..heb…geslapen
6..wil hem vanmiddag op het werk over mijn salaris vragen.
-
-
1.Ik moet morgen met jou in de klas over ons huiswerk praten.
2.Wij kunnen vandaag met jou in de bioscoop een film kijken.
3.Ik kan vandaag met hen thuis de Wifi installeren.
4.Wij moeten vandaag met hem in de supermarkt de boodschappen doen.
5.Ik mag vanavond met haar bij de tandarts een afspraak maken.
6.Wij moeten op vrijdag met bij ons thuis…Read More -
1. Ik kan vanavond met haar op de school een afspraak maken
2. Hij moet vanavond op de school met haar een afspraak maken
3. Ik zal elke dag met hem bij Amsterdam de auto brengen
4. Ik kan elke dag bij Amsterdam met hem de auto brengen
5. Ik wil morgen met jou thuis over een boek schrijven
6. Ik moet morgen thuis met jou over een boek schrijven
7.…Read More -
1. Ik wil overmorgen met jou thuis het huiswerk doen.
2. Hij zal om 11:00 uur met haar dicht bij nieuw huis kijken.
3. Zij ziet gisteren haar op het kantoor met haar collega’s praten.
4. Ik wil hier jou morgen met jouw vriend komen.
5. Ik zie om 10:30 hem op school met het hond spellen.
6. Ik wil morgen je in mijn huis met jouw tas komen.
7. Jij k…Read More -
1. Ik zal vanavond met hem thuis de avondeten koken.
2. Hij zal morgenavond met mij thuis ontbijt koken.
3. Ik wil vanavond met jullie bij de bioscoop een film kijken.
4. Ik zal morgen met jou op school bijpassende jurken dragen.
5. Hij moet volgende week met mij op het kantoor een maaltijd koken.
6. Wij zullen morgen op school met jullie over de…Read More -
1. Ik moet morgen met hen naar school brengen
2. Jij gaat vanavond met mij winkel een cadeau kopen
3. Hij wil om 8 uur met ons naar de bioscoop gaan
4. Ik kan op 7 juni met hem in het bureau een afspraak maken
5. Wij hebben op zaterdag met jullie thuis een spel spelen
6. Zij wil ochtend in de salon met mij haar haar knippen
7. Ik kan tot Kerstmis…Read More -
1. Wij willen morgenavond met jou in het theater een comedian kijken
2. Je zal vandaag met hem in het park de vogels horen.
3. Hij wil morgen voor me op de universiteit een afspraak maken.
4. Ik wil morgen met haar om 9 uur in het sportcentrum over ons plan beoordelen.
5. Jullie willen tegen 23 uur in het planetarium met hen de maan kijken.
6. Ik…Read More -
-
(C) FF WW VRIEND TIJD PLAATS WAT WW2
1. Ik beloof jou vandaag op school het potlood geven.
2. Hij wil voor mij op 7 uur in het appartement pizza brengen.
3. We zullen uw na 10 uur morgen naar kantoor jouw computer meebrengen.
4. Ik dank hen jaarlijks op Kerstmis voor het werken.
5. Jullie zullen met hen dagelijks in het restaurant de borden…Read More -
1. Ik zal morgen met jou thuis over het boek praten
2. Je moet overmorgen met mij op het kantoor over mijn presentatie bespreken
3. Onze kinderen gaan morgen met je kinderen naar ons huis viele boeken brengen
4. Mijn vader zal om 3 uur met zijn vriend in een cafe over een ongeluk praten
5. Mijn vrouw en ik zullen komende zomer met onze collega in…Read More -
1. We willen morgen op kantoor met jou over de oplossing praten.
2. We zullen over een week met jou op school over jouw voortgang spreken.
3. Hij kan vandaag in de bibliotheek met jou over jouw leven schrijven.
4. Zij kunnen volgende week in de gymzaal met jou over de sportcompetitie overleggen.
5. Hij wilt morgen in het restaurant met jou over de…Read More -
1- Ik wil vanmiddag met haar op de school huiswerk maken.
2- Ikea zul in 3 dagen op jouw adres de nieuwe bank bezorgen.
3- Mijn dochter gaat om 16 uur thuis met haar vriend komen.
4- Zij wil volgende keer met mij in een cafe in de buurt een koffie drinken.
5- Mijn tante wilt vanavond thuis met mijn moeder een pizza eten.
6- Jouw broer kan na h…Read More -
1- Ik zal vanavond met hen in een café over de film praten.
2- Wij willen morgen in bos rond het meer hardlopen
3- Ze wil morgen met haar vriend in het meer zwemmen
4- Ik zal volgende week met hen thuis een film kijken
5- Je mag morgen jouw huiswerk aan de leraar geven.
6- Je mag nu met mijn telefonie naar Turkije bellen.
7- Ik wil nu bij bol.com…Read More -
1. Ik kan nu hier aan jou een pen geven.
2. Ze mogen morgen thuis met jou dansen.
3. Hij moet morgen in de winkel met jou een nieuwe tafel kopen.
4. Jij wilt nu in het gebouw met hem Nederlands leren.
5. Zij moet nu thuis met jullie het boek lezen.
6. Wij gaan om 3 uur naar jouw huis met haar komen.
7. Wij gaan in het weekend naar hem ons huis…Read More -
1. Wij willen vandaag met jou in het museum naar kunst kijken.
2. Wij moeten morgen met de klant op hun kantoor over financien bijwonen.
3. Zij kunt vanavond met mij op de keuken een maaltijd koken.
4. Ik wil vanmorgen met jou naar Amerika met het vliegtuig reizen.
5. Ze willen nu met hen thuis videogame spelen.
6. Hij moet ‘s middags hem in een c…Read More -
1. Ik zal morgen hem op gemeente de afspraak maken.
2. Je moet vandaag haar op school halen.
3. Hij wilt nu haar naar Eindhoven auto rijden.
4. Zij zal overmorgen haar op school huiswerk maken
5. Ik wil vandaag mij thuis fiets schoonmaken.
6. Ik wil vandaag thuis haar iets koken.
7. Hij moet morgen op de markt hem een geschenk kopen.
8.Ze heeft…Read More -
1. Ze wil morgen met hem in Eindhoven een nieuwe auto kopen
2. Je kunt nu aan jouw kind op de bank een boek lezen
3. Ik wil vandaag jou een brief sturen
4. Wij kunnen morgen bij de winkel haar fiets ophalen
5. Hij wil morgen bij de gemeente zijn rijbewijs krijgen
6. Ze gaat morgen bij de kerk met hem trouwen
7. Hij gaat nu bij de markt voor hen…Read More -
1. Ik zie om 10:30 hem op school met het hond spellen.
2. Hij moet om 3 uur bij de kapper een afspraak maken.
3. Ik kan morgen met jullie in het centrum winkelen doen.
4. Ik zie om 9 uur op kantoor jullie jouw taken doen.
5. Ik wil morgen je in mijn huis met jouw tas komen.
6. Hij zal vanavond met haar in de party foto maken.
7. Jij kunt morgen…Read More -
1. Ik wil morgen met jou in de bibliotheek een boek schrijven.
2. Zij gaat vanavond met hem in de bioscoop een film kijken.
3. Wij willen nu dat jullie je klusjes thuis af gaan maken.
4. Ik ga straks met jou in de supermarkt boodschappen doen.
5. Zij zal later met jullie in de keuken het avondeten maken.
6. Wij gaan in het weekend met haar in een…Read More -
1. Ik moet met hem morgen op school de kinderen ophalen.
2. Jij kunt met hen vandaag in de winkel boeken kopen.
3. Zij zal voor hem nu bij de koffiemachine een koffie maken.
4. Wij kunnen bij haar in het weekend in haar woonkamer de les leren.
5. Ik wil jou op maandag op de straat een brief geven.
6. Ik ga met jou vanavond op de dansschool salsa…Read More -
1. Ik zie morgen jou in het bos met jouw hond uitlaten.
2. Zij zal vanavond met mij bij het strand surfen.
3. Ik zie om 5 uur jou bij de supermarket boodschappen doen.
4. Ik wil vandaag met hem in mijn thuis huiswerk maken
5. Hij wil vanavond met mij in het restaurant over de wedstrijd praten.
6. Zij wil morgen haar ouders op een café na het…Read More -
1. Ik wil morgen met hem de bijzondere tomaten bij de markt bestellen.
2. Ik wil vandaag met hem thuis op ons favoriete liedje dansen.
3. Hij zal morgen in de bioscoop met mij de nieuwe film kijken.
4. Ik zal morgen thuis met haar over onze nieuwe collega praten.
5. Hij moet om 3 uur met jullie bij de garage jullie auto repareert.
6. Ik wil…Read More -
1. Ik kan morgen met hem op het kantoor een afspraak maken.
2. Hij wil vanavond met mij bellen.
3. Zij zullen vandaag met haar naar mijn huis komen.
4. Zij wil ‘s middags met mij in de bibliotheek het huiswerk doen.
5. Ik ga in het weekend boodschappen met hem doen.
6. Jij mag morgen in de winkel met haar de jas kopen.
7. Hij zal om 18 uur met m…Read More -
1. Ik zal morgen met hem op gemeente de afspraak maken.
2. Je moet vandaag met haar op school praten.
3. Hij ziet nu met haar in the park wandelen.
4. Zij zal overmorgen met haar op school huiswerk maken
5. Ik wil vandaag mijn naar huis fiets rijden.
6. Ik wil vandaag op de tafel mij huiswerk maken.
7. Zij zal morgen op de markt hem een…Read More -
1. Zij zal vandaag met haar vriendin in de stad over het feest praten.
2. Wij zullen volgende week met onze vrienden op het strand over de vakantie discussieren.
3. Hij zal straks met zijn collega op kantoor over het project vergaderen.
4. Ik zal morgen met mijn zus bij oma thuis over de plannen overleggen.
5. Jullie zullen binnenkort met hun…Read More -
1. Zij zal morgen met haar broer in het winkelcentrum over het cadeau praten.
2. Wij zullen volgende maand met onze buren in de tuin over de barbecue discussiëren.
3. Hij zal straks met zijn team op het werk over de deadline vergaderen.
4. Ik zal volgende week met mijn vriend in het park over de verhuizing overleggen.
5. Jullie zullen deze zomer…Read More -
1. Ik wil volgende maand met jou naar Turkije vliegen.
2. Ik zal vanavond voor mijn zieke vriend zorgen.
3. Wij moeten allemaal onmiddellijk uit Palestina naar ergens anders vluchten.
4. Ik zal nu het pakketje naar jou sturen.
5. Wij moeten zo spoedig mogelijk met jou naar Eindhoven verhuizen.
6. Ik kan altijd op mijn vrienden rekenen wanneer ik…Read More -
1. Ik wil tijdens het feest met jou dansen.
2. De manager zal na dit kwartaal door jou vervangen.
3. Ik zal bij het schaken met jou verliezen.
4. Mijn buurman zal mij altijd met haar kind vergelijken.
5. Ik kan nu niet met jou vechten.
6. Mijn kind wil in het park met haar vriendin in een boom klimmen.
7. Wij kunnen niet over ons onderwijs…Read More -
1 Ik zal avond met haar bij thuis een rok maken
2 Ik wil ochtend met mijn buurman in de buurt een afspraak maken
3 Ik moet in het weekend met mijn ouders bij de kledingwinkel een hoed kopen
4 Ze wil elke dag met jou in het park over het boek praten
5 Ik zal morgen in de buurt met mijn buurman over deze muziek dansen
6 Saskia zal morgen op de…Read More -
1- Ik kan volgende week met hem aan de telefoon praten.
2- Ze kan me vanavond in het park ontmoeten.
3- We willen hem morgen bij ons thuis uitnodigen.
4- Hij moet vanochtend om 5 uur de bus nemen.
5- Ze wil morgen na de ontmoeting met haar ouders in een café praten.
6- Jullie gaan morgenochtend met mijn ouders hun huis koffie drinken.
7- Ze gaat…Read More -
4
1. Je gaat morgen met mij thuis over politiek praten.
2. Jullie zullen vandaag op kantoor naar de nieuwe pension opties vragen.
3. Wij willen altijd op school onze laptops met gratis wifi verbinden
4. Ik ga vanavond met Anna bij het terras lekker zitten.
5. Ze kunt morgen avond met haar vriendje naar America vliegen.
6. Ik zal nooit om jou…Read More -
1. Ik wil morgen met haar thuis koken.
2. Wij willen vanavond met hen in het park wandelen.
3. Ik moet op zaterdag met hem op het boerenmarkt boodschappen doen.
4. We willen avond voor jou bij de supermarket een taart kopen.
5. Jij moet vandaag met jouw grootouders naar het ziekenhuis gaan.
6. Jij moet op woensdag in de bibliotheek jouw huiswerk…Read More -
1.Ik wil morgen om 9 uur met je op het kantoor over je carriere spreken.
2. Wij kunnen dit weekend met jou in Amsterdam Van Gogh Museum bezoeken.
3. Zij gaan morgen met hem naar Belgie reizen.
4. We gaan volgende week met hem naar het bos wat mooie foto’s maken.
5. Hij wil morgen met haar in het meer zwemmen.
6. Jullie gaan vandaag met hen op de k…Read More -
1. Ik zal morgen hem bij de bioscoop zien
2. Wij willen vanavond met jullie naar het park gaan
3. Hij moet om 6 uur met hun op de boerderij werken
4. Zij zal morgen met hem een afspraak bij de bibliotheek hebben
5. Ik moet op vrijdag met hun klussen doen
6. Ik wil morgen thuis met jou over het film praten.
7. Jij kan vanavond op het park met mij…Read More -
1. Ik zal morgen met jou in de keuken groeten snijden.
2. Ik wil vanavond thuis met hem een film kijken.
3. Ik wil nu in het park met haar vogels zien.
4. Ik mag vandaag in de bibliotheek met jullie het boek schrijven.
5. Hij moet morgen thuis met jou de spel spelen.
6. Wij zullen nu naar het kantoor met haar werk doen.
7. Wij willen om 4 uur in…Read More -
RECEPT C & D
1. Ik zal om 12 uur jullie in Amsterdam met jullie kinderen ontmoeten.
2. Ik zal morgen op zwembad met jou over het geroddel praten.
3. Jij zal nu met zij op school gitaar spelen.
4. Jij wil vanavond in het park met jou jou hond uitlaten.
5. Wij zullen om 6 uur met zij in Eindhoven bordspellen spelen.
6. Wij willen om 8 uur bij onze…Read More -
1. Ik wil morgen je vriend vanuit de bus over het boek bellen.
2. Ik kan vanavond in het café haar mijn plan vertellen.
3. Je moet vanavond in het theater met mij salsa dansen.
4. Ik wil morgen in het ziekenhuis uw kind ontmoeten.
5. Je zult vanavond in het centrum haar fiets brengen.
6. Ze kan haar jas vanavond naar het feest dragen.
7. Jullie…Read More -
1. wij zullen volgende maand met jouw baas over jouw voortgang praten.
2. ik wil altijd met jou blijven
3. je moet nu met mij naar de winkel gaan
4. jullie moeten op zaterdag met jullie vader de tv aan de muur hangen
5. Ik moet om 11 uur bij de kapper een afspraak maken.
6. zij zullen tijdens het weekend met de kittens in de tuin spelen
7. wij…Read More -
1. Ik wil vanavond met mijn vrouw binnen de stad in de restaurent eten
2. Jij zal morgen tot en met 9 uur’s avonds bij de kantoor met your collega over de probleem werken
3. Wij zullen gedurende cursus in de klas met andere studenten opdrachten oefeningen
4. Jullie moeten volgende woensdag in de PSV stadion met voeotballers na de speel…Read More -
1. Zij zal morgen met hem in de tuin aan de bloemen werken.
2. Wij zullen vanavond met jullie in het restaurant aan het menu bespreken.
3. Hij zal volgende week met ons op school aan dit project werken.
4. Jullie zullen straks met haar in de bibliotheek aan de presentatie werken.
5. Ik zal dit weekend met hen in het park aan de plannen denken.
6.…Read More -
1. Ik wil vanavond met jou op de baan een padel game spelen.
2. Zij kan om 10 uur bij mijn huis met mij een taart bakken.
3. Jij kunt ‘s ochtends in de bibliotheek met mij het huiswerk maken.
4. Jullie mogen op dinsdag met ons in het stadion de voetbalwedstrijd bekijken.
5. Wij zullen ‘s avonds in de bioscoop met jou de film kijken.
6. Ik zal mor…Read More -
1. Ik wil vanavond hem thuis over mijn huiswerk vragen.
2. Ik wil vanavond hem thuis over mijn huiswerk vragen.
3. Ik zal morgen haar op school over jouw boek spreken.
4. Ik zal morgen op school haar over jouw boek spreken.
5. Hij zal vanmiddag met mij thuis over haar verjaardagsfeest praten.
6. Hij zal vanmiddag op school met mij over haar…Read More -
1. Jij zal vandaag met mij bij school een boek brengen.
2. Hij moet in het weekend met ons thuis aan de les denken.
3. Ik zal morgen met mijn vrienden op het werk koekjes bakken.
4. Zij willen vanavond met hun vrienden in een bioscoop films kijken.
5. Zij moet vandaag met haar collega’s in het kantoor aan het project werken.
6. Hij zal in de o…Read More -
1. Ik wil volgende week met jou in het park over je nieuwe idee brainstormen.
2. Ik moet vanavond met haar via e-mail een verslag sturen.
3. Zij willen vanavond samen met ons een barbecue in de tuin organiseren.
4. Zij gaan overmorgen met hem naar de bibliotheek om boeken te lenen.
5. Jij wilt morgen met hen in de tuin over de planten leren
6. Ik…Read More -
Recept C
1. Ik zal morgen jullie bij de basisschool voor een afspraak belen.
2. Ik zal vanavond jou in het centrum na het werk zien.
3. Ze willen tijdens het weekend ons thuis met hun auto bezoeken.
4. Hij wil morgen ochtend mij op kantoor een presentatie geven.
5. Ik zie elke dag haar bij de koffiezetapparaat koffie kopen.Recept D
6. Ik zal in…Read More -
Recept C: FW + WW + TIJD + VRIEND + PLAATS + WAT + WW2
1. Ik wil dit weekend met jullie in het Chassé Theater naar het nieuwe album van Haevn luisteren.
2. Je moet volgend weekend met haar online Nederlands studeren.
3. Je moet elke dag met ons bij je thuis met de spelletjes stoppen.
4. Wij willen morgenavond voor hem in ons restaurant een…Read More -
Recept C
1. Ik wil om 5 uur met je huis over het film praten.
2. Hij wil vanavond jou het kantoor een auto geven.
3. Ze wil om 4 uur met je in het hotel over het project praten.
4. Jij kunt morgen met ons op school over het planning maken.
5. Ik schrijf met u elke dag op kantoor een brief te helpen
Recept D
6. De student leest in de middag op…Read More -
Recept C
1. Ik wil morgen met jou in Utrecht naar de bioscoop gaan.
2. Wij mogen om 7 uur met jullie in een restaurant om voor ons een tafel reserveren.
3. Hij wil in het weekend met ons in het park wandelen.
4. Ik moet morgen met haar thuis aan het huiswerk werken.
5. Zij moet vanavond met ons thuis haar verhaal over haar ervaring spreken.
Recept…Read More -
1. Ik ga vanavond met hem naar het zwembad om zwemmen.
2. Hij bereidt morgen met hem voor in de keuken om ontbijt maken.
3. Ik wil om 1 uur thuis met jou naar muziek luisteren.
4. Zij ontmoet ‘s middags met hen op school om huiswerk maken.
5. Ik speel vanavond met haar in het park om tennis leren.
6. Hij moet om 1 uur met haar naar de s…Read More -
Recept C:
1. Ik ga in het weekend met jou thuis schoonmaken.
2. Je gaat morgen met mij naar de sportschool een workout doen.
3. Wij willen vanavond met jullie in Eindhoven naar een restaurant gaan.
4. Zij moeten in de toekomst met mij in de school naar de les luisteren.
5. Ik ga om 3 uur met haar naar Amsterdam om een trein te nemen.
Recept D:
1.…Read More -
Recept C
1. Ik wil dit weekend met jullie thuis ons favoriete film kijken.
2. Ik zal vandaag met jou in de supermarkt naar spullen zoeken.
3. Jij wilt ’s avonds met Anna in het restaurant aan een probleem helpen.
4. Jij moet elke dag met mij naar mijn werk gaan.
5. Ik wil morgen met hen over die aardewerk praten.
Recept D
1. Ik wil morgen op k…Read More -
Recept C
1. Ik wil morgen met jou op school over deze film praten.
2. Hij wil nu ik aan onze vakantie denken.
3. Jullie moeten morgen met mij op les over jullie huiswerk praten.
4. Ik will morgen jou met DutchFriends een afspraak maken.
5. Wij zien nu hem bij de kassa onze rekeningen betalenRecept D
1. Ik wil morgen op school met jou over deze…Read More -
1. Jij hebt vanavond met haar bij school tijd om te praten.
2. Jullie willen nu met ons op het strand ijsjes kopen.
3. Ik ga op vrijdag naar een bar met haar mijn promotie vieren.
4. Ik wil morgen met hem een weekend weg plannen.
5. Hij wilt in 5 minuten met jullie in het centrum afspreken.
6. Ik wil in juni met jullie naar Spanje op vakantie…Read More -
Recept C
1. Ik wil morgen met jou thuis een film kijken.
2. Ik moet ‘s octhends met jullie een ontbijt maken.
3. Zij wil morgen met hem haar oma bezoeken.
4. Hij gaat vanavond met hen de auto kopen.
5. Wij moeten elke dag met hen de medicijnen nemen.Recept D
1. Ik zal vandaag thuis met hem het feest voorbereiden.
2. Hij wil morgen in het z…Read More -
C
1. Ik zal vanavond met jou in het park onze honden wandelen.
2. Hij wil in het weekend met ons in zijn huis een film kijken.
3. Ik wil morgen met haar op kantoor over mijn vakantie praten.
4. Zij wil nu met jou op het politiebureau het bewijs geven.
5. Jij wil op dinsdag met mij op school over de nieuwe uniform praten.D
1. Ik moet morgen op…Read More -
C
1. Becky wil vanavond met mij thuis over haar keuzes praten.
2. Ik moet volgende week bij de AH aardappelen kopen.
3. Sussie en ik kunnen vanavond met jullie een auto delen.
4. Jullie willen vanmorgen met ons in de Jumbo boodschappen doen.
5. Hij moet volgende week met hem op school zang oefenen.D
1. Ik wil morgen in het park met jou…Read More -
1. Ik zal morgen met jullie op school over het schoolprogramma praten.
2. Zij wil morgen met ons op werk over de taken spreken.
3. Hij moet volgende week met me thuis een spaghetti maken.
4. Wij moeten vandaag met jou in Eindhoven ons leraar bezoeken.
5. Jullie willen vandaag met ons boodschappen doen.
6. Jullie willen vandaag bij Jumbo met ons…Read More -
C
1. Ik zal op zondag met haar thuis over het boek praten.
2. Hij gaat gisteren met mij in het centrum een TV kopen.
3. Ik moet vandaag met hem in de tuin zijn fiets repareren.
4. Zij mogen vanavond met mij online een afspraak maken.
5. Ik ga morgen met jullie naar de stad een fiets kopen.
D
6. Ik mag morgen thuis met jou een boek lezen.
7. Zij…Read More
- Load More Posts
2. Nederlandse
3. De buurman…..de achtertuin schoonmaken.
4. rent gaan=?